Nog voor het daglicht aanbrak,
heb jij je oogjes dicht gedaan.
Je kleine hart stopte met kloppen,
veel te snel heen gegaan.

Ik heb je nooit in m’n armen gehad.
Je nooit gekust voor het slapen gaan.
De wensen die ik voor je had zijn stuk.
Je wiegje onbeslapen,
staat nog steeds bij het raam.

We hebben naar je uitgekeken.
De dagen gingen snel voorbij.
Het is al weer een tijd geleden,
waarom mocht jij niet bij ons zijn.

Maar tot de dag, dat ik je zal zien,
krijg je alle kussen voor de nacht tegoed.
Ik tel ze één voor één,
straks krijg jij ze …
in overvloed.

Voor nu ; Tot ziens,
mijn lieve kind.
Rust maar zacht in de armen van Hem,
Die al het verdriet overwint.
Al begrijp ik het niet,
ook al voel ik verdriet.

Tot ziens, mijn lieve kind.
Rust maar zacht in de armen van Hem,
Die al het verdriet overwint.
Al begrijp ik het niet,
ook al voel ik verdriet.